Verhalen
Bezoek uit oorlogsgebied: “Please pray for Syria!”
Een Syrische ouderling vertelt over de strijd in zijn land: "Please pray for Syria!"
Lees verderDaar zitten we, samen in een restaurantje aan de waterkant in een klein dorpje op Lesbos. Het is een nattige, druiligere dag. Noman (19 jaar) heeft niet veel vragen van me nodig om van wal te steken. Hij neemt me mee terug naar zijn jeugd, zijn vlucht uit Afghanistan, de levensveranderende gebeurtenis in Turkije en zijn leven hier in Griekenland.
Noman groeide op op het platteland, vier uur van de grote stad Mazar-i-Sharif. Nadat hij de basisschool afgerond had, werd van hem verwacht lessen te volgen op de koranschool. “Dat is door de cultuur bepaald. Ik ben de oudste. Zouden mijn ouders weigeren me naar de koranschool te sturen, dan dreigt het gevaar van de Talibs. Zij eisen dat de kinderen minimaal 3 jaar naar de koranschool gaan. Ze hebben geweren. Ze handhaven hun eigen regels. En als je niet naar hen luistert kan het zijn dat de Talibs kinderen kidnappen en hen in de bergen in hun eigen kampen laten opgroeien. Daar worden kinderen gehersenspoeld, en voorbereid om te vechten. Te doden. De Taliban geeft niets om een mensenleven. Ze doden net zo gemakkelijk een slang als een mens”. Dus zodoende werden ook Nomans ouders gedwongen Noman naar de koranschool te sturen. “De school was zo vermoeiend. Het begon om 6 uur ’s ochtends en we waren pas klaar na het avondgebed om 6u ’s avonds”. Op een dag kwam Noman thuis, met kapot geslagen vingers. Hij had tijdens het reciteren van de koran een woord verkeerd gelezen. Noman: “maar de woorden uit de Koran zijn in het Arabisch, en ik spreek Perzisch!” Nadat Noman 2 weken koranlessen gevolgd had, nam zijn vader het resolute besluit: hij kon niet langer aanzien hoe het er met zijn zoon op school er aan toe ging en heeft bij zijn werk om een overplaatsing gevraagd naar een dependance. Met het hele gezin (vader, moeder, 3 broertjes en 1 zusje) zijn ze verhuisd naar Kabul, in centraal Afghanistan.
In Kabul probeert het gezin Ansari vorm te geven aan hun leven. Noman volgt computerlessen, Engels en Turks op een Afghaans/Turkse school. Totdat er in 2013 een nieuw drama zich afspeelt in het leven van Nomans familie. Vader is rustig aan het werk in het kantoor in Kabul, tot er een raket vanaf de flat tegenover afgevuurd wordt en in het kantoor tot ontploffing komt. Het verwoest het hele gebouw. Door deze aanslag komen 7 mensen om het leven. Nomans vader blijft gespaard, al heeft hij verwondingen aan zijn nek en schouder. Het betekent echter het eind van zijn baan in Kabul. De enige mogelijkheid die nog overblijft is terugplaatsing naar Maser-i-Sharif. Daar voelt Noman zich echter onveilig omdat mensen hem kunnen herkennen. “Wat als iemand uit het dorp me ziet? Ik was bang om naar buiten te gaan. Wat als de Talibs mij zullen kidnappen?”
Het gezin van Nomans oom maakt plannen om te vluchten naar Iran. Noman: Mijn vader heeft veel moeilijkheden in Afghanistan, maar wil het land niet verlaten. Toen mijn oom wilde vertrekken heeft hij mij aan zijn zorg toevertrouwd. “Ik geef mijn zoon aan jou”. Zo begon 2,5 jaar geleden Nomans vlucht uit Afghanistan. Noman wordt weer emotioneel als hij aan dit moment en aan zijn familie terugdenkt. “Het is lastig om mijn gevoel uit te leggen. Van binnen huil ik”. Hij heeft zijn familie vanaf dat moment niet meer in levende lijve gezien. Toen ik vertrok dacht ik: Ik ga een veilig leven leiden, maar hoe zit het dan met hen? “Ik bid nog steeds om het moment dat ik hen weer mag zien. Dat God hen in leven houdt.” Na 3 maanden in Iran verbleven te hebben, reist Noman met zijn oom, tante en nichtje naar Turkije.
Gedreven en ijverig als Noman is, heeft hij daar al snel een baan gevonden in een koffiewinkel. Daar vindt een verandering plaats die uiteindelijk zijn hele leven op zijn kop zette. Nomans baas en collega zijn christen. Zij gaan het gesprek met Noman aan over wie Jezus is en geven hem een Bijbel. Noman: “Ik ben opgegroeid met het concept dat het zonde is om God als een vader te zien. God is éen en hij heeft geen zoon. God is toornig op degenen die hem niet volgen. Maar ik wil de waarheid weten. Op zoek gaan naar de waarheid kan geen zonde zijn, toch? Het is zoals bij het eten van een appel. Als je een hap neemt en het is zoet, dan eet je hem. Als het een slechte appel is, dan gooi je hem weg”. Noman begon de Bijbel te lezen. Al snel wordt hem duidelijk hoe anders de Bijbel is dan de koran, die nooit duidelijk voor hem geweest is.
“De Bijbel spreekt voor zichzelf. Het Woord van God is veel krachtiger dan wij denken. Het veranderde mijn hart. Ik weet nog dat ik alleen thuis mijn eerste gebed tot Jezus deed. Ik was nog steeds bang dat ik zondigde om in de naam van Jezus te bidden, maar ik dacht: ik probeer het”.
Noman verandert. “Voorheen in Turkije deed ik slechte dingen. Drinken. Naar de disco. Met meiden rondhangen. Ik deed zonde, maar voelde dat niet als zodanig”. Tot hij liefde ging ervaren. “Een prachtig gedeelte in de Bijbel vind ik Mattheus 5:44: ‘Maar Ik zeg u: Hebt uw vijanden lief; zegent ze, die u vervloeken; doet wel dengenen, die u haten; en bidt voor degenen, die u geweld doen, en die u vervolgen’. Dit is het tegenovergestelde van wat ik in de islam heb geleerd. De Bijbel zegt echter dat God houdt van degenen die hem volgen”. Noman kent gelukkige dagen in Turkije. Ondanks dat hij als vluchteling daar stateloos is en niet aan de juiste papieren kan komen. “Ik was gelukkig omdat ik God had gevonden”.
Nomans oom heeft echter moeite om een bestaan op te bouwen in Turkije. Met elkaar nemen ze na anderhalf jaar uiteindelijk de volgende stap: op naar Griekenland. Na een ingewikkelde reis is Noman op Lesbos aangekomen. Hij is nu alleen. Zijn oom, tante en nichtje hebben hem in een zekere nacht stiekem verlaten en zijn met een vals paspoort verder Europa in gereisd. ’s Ochtends kwam Noman erachter, toen de smokkelaar en eigenaar van het pand waar Noman in verbleef aankondigde dat zijn familie weg was en hij uit huis moest. Noman geeft aarzelend een reden aan het onverwachte en onaangekondigde vertrek van zijn familie. “Mijn oom zei al eerder dat ik veranderd was. Hij wilde niet dat ik christen zou zijn”.
De eerste dagen in vluchtenlingenkamp Moria waren moeilijk. Verwarrend. We sliepen in eerste instantie met z’n achten in een tent. “Hoe moet ik hier mijn dagen doorkomen? Ik was maar aan het piekeren. Ik voelde me depressief.” Op een dag in september zijn Noman en een paar vrienden aan het lopen richting de zee. Totdat een Amerikaanse man, een coördinator van de stichting EuroRelief te zijn, het groepje vrienden aanspreekt. Noman, de enige die Engels spreekt, raakt aan de praat met de Amerikaan. Uiteindelijk vraagt de man of Noman Jezus kent. Noman: “Ik kon hem vertellen dat ik Jezus ken, als Zoon van God”. De man was verbijsterd om dit uit de mond van Noman te horen. “Hij dacht dat ik Jezus zou erkennen als een profeet, maar nu blijkt dat hij een mede-christen sprak!”. Nog dezelfde dag gaat Noman mee naar een Bijbelstudie, waar hij direct aan de slag gaat als vertaler.
Na een paar uur gepraat te hebben komt Noman tot een besluit: “Ik ben hier niet dezelfde man als in Afghanistan. Ik ben nu ver van mijn familie vandaan, maar ik heb vertrouwen. Ik ben dankbaar voor alles wat God me geeft. Zelfs voor de tent waar ik in slaap; God heeft me een dak boven m’n hoofd gegeven. Inmiddels is Noman tien maanden in Griekenland, en het gaat nog bijna een jaar duren voordat hij zijn interview aangaande zijn asielclaim krijgt. Maar Noman verveelt zich niet. Hij is nu de vaste vertaler tijdens de zondagse kerkdiensten, die gehouden worden in een gebouw buiten het kamp.
Wat is Nomans gebed voor hemzelf en de mensen om hem heen? Noman: “Ik verlang er naar te groeien in Zijn liefde. Al zou ik alles verliezen, dat Zijn liefde nog in me blijft”. Voor zijn medegelovigen bidt Noman dat ze het Evangelie mogen verkondigen aan mensen om hen heen. Als iemand in duisternis is, dan moet je hem vertellen over het licht”. Noman hoopt dat hij zelf ook als middel gebruikt mag worden. “Inmiddels weten mijn vrienden dat ik een volgeling van Jezus ben. Gisteren heb ik het aan mijn moeder verteld. Ik bid jullie toe dat God je hart mag raken, dat de Geest je mag vervullen. Lees de Bijbel, geloof wat er in staat en leef er naar. Zoek er naar om God echt te kennen”.
Hanneke Mauritz werkte voor de stichting Euro Relief in de vluchtelingenkampen Lesbos. Zij sprak Noman over zijn leven en zijn vlucht naar Europa. Meer lezen over dit werk? Bekijk hier onze projectpagina.
Verhalen
Een Syrische ouderling vertelt over de strijd in zijn land: "Please pray for Syria!"
Lees verderVerhalen
Op een dag vindt Atilla op de radio een kanaal dat meditaties uitzendt. Hij hoort dat er een God is die...
Lees verder