Weeskinderen in Malawi

Voeding

Hygiëne

Basisonderwijs

Normen en waarden

Zelfredzaamheid

Projectomschrijving

Het is 1997. In Malawi komt een groepje van tien Malawische jongeren samen. Samen bestuderen ze de Bijbel. Ze lezen over het voeden van hongerigen en het herbergen van vreemdelingen. Concrete daden van gastvrijheid, zorgzaamheid en betrokkenheid. De woorden van Mattheüs raken hen. Er is zoveel nood in de dorpen waar ze wonen. Met elkaar besluiten om te gaan zorgen voor vijftien weeskinderen bij hen in de buurt.

Inmiddels is de zorg voor weeskinderen breed opgepakt door verschillende organisaties en de Malawische kerk, de Church of Central Africa Presbyterian. Weeskinderen worden ondergebracht bij familieleden of buren, zodat ze in een ‘normaal’ gezin opgroeien. Dat klinkt logisch, maar dat is het niet. Het leven in de dorpen is niet gemakkelijk. Een weeskind opnemen in je gezin betekent een extra mond om te voeden. En voedsel is er nu eenmaal niet in overvloed op het Malawische platteland.

 

Sponsoring

Bijzondere Noden ondersteunt daarom twee wezenzorgprojecten in Malawi: Lizulu Orphan Care en Thandizo Orphan Care. Samen zorgen deze organisaties dit jaar voor ongeveer 1100 weeskinderen. Wekelijks ontvangen zij vijf keer een maaltijd in één van de centrums. Op de kleuterscholen wordt voorzien in sojamelk. Tijdens de ontmoetingen krijgen de wezen onderwijs uit de Bijbel. Verder kunnen de wezen bij ziekte naar een lokaal hospitaal.

De kerk aan zet
Zorg voor de zwakken, en dus ook voor de wezen, is een taak die bij de christelijke gemeente ligt. Ook in deze regio zijn veel kleine kerkjes aanwezig. Deze hebben echter soms weinig oog voor de noden om hen heen; of niet de moed en kennis om daar verandering in te brengen. In samenwerking met de medewerkers van Thandizo Orphan Care rusten we nu de kerkleden en kerkleiders toe, om oog te hebben voor de behoeftigen in hun omgeving. Dit doen we op veel verschillende manieren. Lees hier meer over dit bijzondere project.

Doneer nu!

Ook bijdragen? Voor € 1,50,- krijgt een weeskind een week lang een warme maaltijd

Financieel

26.401,-
0,-
55.000,-
15
30
100
150

Frequentie:

  • eenmalig
  • per maand
  • per kwartaal
  • per jaar

Uw gegevens:

Betaling:

Ik wil op de hoogte gehouden worden van de laatste project-updates en meld mij aan voor de digitale nieuwsbrief.


Als er meer giften binnenkomen dan benodigd, dan gebruiken we dit voor vergelijkbare projecten.

Verhaal

Lenard

“Dit is hem.” Met een grijns op zijn gezicht poseert Lenard bij zijn zelfgemaakte oven in de kleine, donkere hut. Een paar maanden geleden kookte zijn moeder nog op een open vuur, maar nu wordt Lenards ‘stove’ gebruikt. Er is veel minder hout nodig om te koken en er komt ook niet zoveel rook vrij. Door de steun van Bijzondere Noden kon Lenard samen met nog een aantal jongeren afgelopen augustus een training volgen. Hier hebben ze geleerd om compost te maken, ovens te bouwen en landbouw te bedrijven. Nu Lenard weet hoe je zo’n oven maakt, kan hij er een handeltje in beginnen of het principe leren aan anderen.

Talandira

“Ik werd geboren ergens in de maand april. Meteen na de bevalling overleed mijn moeder. Ze namen haar weer mee terug naar het dorp. Ik leefde nog. De mensen uit mijn dorp zaten met de handen in het haar. Waar moesten ze mij laten? De meeste families hadden niet eens genoeg eten om hun eigen kinderen voeden. Er was geen snelle oplossing en de mensen uit het dorp besloten eerst mijn moeder te begraven.
.

“Talandira, you are alive by the grace of God.”

.
Terwijl de mensen aan het wachten waren op de ceremonie, raakte ik bewusteloos. Ik had nog steeds geen melk gekregen. Een groepje buurvrouwen sloeg alarm, ‘de baby is aan het sterven’, riepen ze. Een oude, wijze vrouw uit het dorp kwam snel naar mij toe. ‘Nee’, zei ze, ‘dit kindje leeft nog’. Zo snel ze kon bracht ze mij naar Lizulu Orphan Care. Daar kreeg ik eindelijk babymelk. Inmiddels woon ik al weer een hele tijd bij de vrouw die mij gered heeft. Ik noem haar oma. Ze zegt altijd “Talandira, you are alive by the grace of God.””