Bijzondere Noden
Doneer ook!

Van wie ben ik de naaste?

Van wie ben ik de naaste?

Serie Saambinder: Diaconaat – 1
Van wie ben ik de naaste?

Het zal niemand zijn ontgaan dat vandaag de dag het diaconaat volop aandacht krijgt in de dagbladen. Elke kerk en iedere gemeente heeft wel een eigen visie op het diaconaat. En dat is binnen onze gemeenten ook zo.

Als diaconie stel je een eigen diaconaal beleidsplan op, waarin de visie op het plaatselijk diaconaat staat beschreven. Deze zal in een stadsgemeente wellicht anders gericht zijn dan in een kleine dorpsgemeente op het platteland. Maar hoe dan ook, als het goed is bedenken we die visie niet zelf, maar laten we ons leiden door wat Gods Woord hierover zegt. In een viertal artikelen willen we proberen hierbij stil staan.

Diaconaat geldt ieder lid
De dienst van het diaconaat in de dagelijkse praktijk is onder ons niet zo bekend en ook niet voor iedereen even helder. En dat is ook wel begrijpelijk, omdat veel van het diaconale werk achter gesloten deuren plaatsvindt. Daar loopt de diaconie niet mee te koop. Anderzijds is het wel van groot belang dat de gemeenteleden op de hoogte zijn van het diaconaat. Het is immers voluit Bijbels om te zeggen dat het diaconaat niet alleen een zaak is voor de diaconie alleen, maar ons allen als leden van de gemeente aangaat. Al zijn we niet geroepen, gekozen en bevestigd in het ambt van diaken. Ieder gemeentelid is wel geroepen om diaconaal te zijn en te doen. De christelijke gemeente behoort volgens de Schrift óók een diaconale gemeente te zijn. Het diaconaat is naar opdracht van de Heere ‘dienst der barmhartigheid’. Dit betekent concreet dat we als diaconie, maar ook als gemeenteleden, in liefde en bewogenheid daadwerkelijk betrokken zijn op onze naaste.

Wie is mijn naaste? Dit is gezien het voorgaande dus voor ons allen een persoonlijke vraag. De Heere vroeg aan Kaïn: ‘Waar is Abel, uw broeder?’ Kaïn antwoordde bot: ‘Ik weet het niet; ben ik mijns broeders hoeder?’ Kaïn behoorde zeker als broeder een hoeder te zijn. Maar in de daad was hij het niet.

Dit zien we ook in de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan. De priester en de Leviet liepen in een grote boog aan de nood van hun broeder voorbij. Tegenover deze grote nalatigheid stelt de Heere Jezus het gedrag van een gehate Samaritaan als positief voorbeeld. Hij was in de ogen van de Joden beslist geen broeder, maar hij betoonde zich wel een hoeder van één van hen te zijn. Dit voorbeeld was voor de Joden heel confronterend!

Aan het einde van de gelijkenis lijkt het wel of de Heere Jezus alles omdraait. Want de Heere zegt: ‘Wie van de drie dunkt u de naaste te zijn van hem die in de handen van de moordenaars is gevallen?’ Dit is heel opmerkelijk. Niet de gewonde man is de naaste, maar de Samaritaan wordt de naaste genoemd. Hij is de naaste van de man in nood, die heel concreet op zijn weg is geplaatst en zijn hulp dringend nodig heeft. Goed beschouwd is de vraag dus eigenlijk niet: Wie is mijn naaste? Dat is een passieve vraag. Maar de Heere Jezus stelt de vraag in een ander licht: Van wíe ben ik de naaste? Dat is actief! De Heere besluit daarom dan ook: ‘Ga heen, doe gij desgelijks!’

Zonder aanzien des persoons
De les in de gelijkenis is dat in het lenigen van de nood er geen sprake mag zijn van aanneming des persoons! In de wereld zien we vaak op allerlei gebied dat men vooral de persoon aanziet. Men wordt dan gewaardeerd naar wat men heeft. Dat is helaas niet alleen in de wereld zo. De discipelen waren er ook niet vrij van en zouden wij dat dan wel zijn? Wat kunnen ook wij gemakkelijk onderscheid maken en de mensen naar de ogen zien! Sommigen met voorkeur behandelen en anderen achterstellen. Dit kan zowel stoffelijk als moreel. Dit zit ons allen in het bloed. Maar dat is bij de Heere niet zo. Hij ziet juist het verachte aan en hetgeen niets is.

Hij genas eens tien melaatse mannen. Het uitschot van de samenleving. Slechts één keerde terug tot Hem. God verheerlijkende. En dat was… een Samaritaan! Een buitenstaander! Christus leert ons dat elk mens in nood, die in Gods voorzienigheid op onze weg wordt geplaatst, geholpen dient te worden. Dat is Zijn diaconale opdracht!

Diaken A. van der Spek, Nieuw-Beijerland
Deputaat Bijzondere Noden

Vergelijkbare verhalen

  • Verhalen

    Adres en Afzender

    Een oude medebroeder zei eens: "Het diaconaat heeft altijd een adres en een Afzender." Lees deel 2 van de artikelenserie 'Diaconaat' in de Saambinder.

    Lees verder
  • Verhalen

    Het eigen karakter van diaconaat

    We kunnen toch niet alle lasten van deze wereld meedragen? Waar ligt de grens? Lees deel 3 van de artikelenserie 'Diaconaat'.

    Lees verder
  • Verhalen

    Gaven besteden via de kerkelijke weg

    Een meisje zong uit volle borst. Haar levenslied! Ik dacht: konden ze dit in Nederland maar zien! Lees deel 4 van de artikelenserie 'Diaconaat'.

    Lees verder