Bijzondere Noden
Doneer ook!

Het eigen karakter van diaconaat

Het eigen karakter van diaconaat

Serie Saambinder: Diaconaat – 3
Het eigen karakter van diaconaat

De apostel Paulus schrijft in de brief aan de Galaten: Laat ons goeddoen aan allen maar het meest aan de huisgenoten des geloofs.

Diaconale hulp moet allereerst gegeven worden binnen de kerkelijke gemeente, maar we mogen onze ogen niet sluiten voor de nood in de wereld buiten onze gemeente. De nood van geloofsgenoten buiten onze landsgrenzen, ver weg. Maar ook de nood van de medemens buiten de kerk. Aan ‘allen’, zegt de Schrift, dat betekent: alle mensen.

Hier komen we eerlijk gezegd wel eens in een spanningsveld terecht. Want, waar is de grens aan diaconale hulp? We kunnen toch niet alle lasten van de hele wereld meedragen? We zijn als gemeenten maar een heel klein deeltje van het grote wereldgebeuren.

Maar ook een andere vraag dringt zich op: Wat is nog diaconaal? En wanneer is er meer sprake van algemeen-sociaal maatschappelijke hulp? In dit verband moeten we ook denken aan de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (wmo), die door de overheid is ingevoerd en waarin de participatiesamenleving zo wordt gepropageerd. Welke plaats en taak heeft het diaconaat hierin? Ook tot ons komt de vraag om hierin als diaconie deel te nemen. En deze vraag komt niet alleen vanuit de burgerlijke gemeente, maar wordt ook wel binnen onze eigen kerkelijke gemeente(n) gesteld. Hoe gaan we hiermee om en hoe blijven we binnen de grenzen van het diaconaat?

Diaconaat of dienstbetoon
We moeten bedenken dat er een principieel verschil is tussen diaconaat en ander dienstbetoon aan de naaste buiten de kerk. Diaconaat is anders. Dit anders zijn is niet zo gemakkelijk aan iedereen uit te leggen. Uiterlijk kunnen de verschillen immers bijzonder klein lijken, omdat het in beide gevallen gaat over de hulp van de ene mens aan de andere. Het grote verschil zit met name hierin dat het uitgangspunt van de hulp die geboden wordt in het diaconaat principieel anders is. Ten eerste: Bij het diaconaat dient de hulp aan de medemens voort te komen uit de rechte verhouding tot God. Dat is de liefde tot God en de daaruit voortvloeiende priesterlijke bewogenheid met de naaste. Het is naar de Schrift dat de liefde tot God nooit kan samengaan met een verwaarlozen van de noden van de medemens.

Vervolgens vindt het diaconaat plaats in opdracht van de Heere door middel van de ambten in de kerk. Dit gebeurt dus niet in opdracht van de overheid of van de samenleving. Nee, het diaconaat gebeurt vanuit de kerk. Diaconale hulp gaat dan ook altijd gepaard met het Woord van de Afzender. De beker koud water wordt immers gegeven in de naam van een discipel! Dit houdt in dat we de hulp gepaard moeten laten gaan met het belijden van Zijn Naam. De gevende handen van Christus zijn ook sprekende handen!
Zo maakt het diaconaat een principieel verschil met algemeen sociaal maatschappelijk werk dat door allerlei groepen, stichtingen en organisaties gedaan mag worden in de participatiesamenleving.

Barmhartige Samaritaan
Het komt voor dat je wel eens de vraag krijgt of de barmhartige Samaritaan ook een Bijbeltje bij zich had toen hij de gewonde man hielp. Want die gelijkenis is ook bij ‘de wereld’ overbekend en wordt vaak te pas en te onpas bij elke hulpvraag aangehaald. Dan is het van belang dat we de hele Schrift laten spreken en de hulpverlening beschouwen vanuit het geheel van de Bijbel.

Dit wil overigens niet zeggen dat het diaconaat zich afzijdig moet houden van de noden die zich in de samenleving voordoen en die heel direct op onze weg worden geplaatst. Integendeel! Maar het moet wel gebeuren met behoud van het principieel eigen karakter van het diaconaat!

Overigens heeft iedereen als burger en zeker als christen de plicht en de taak om naar onze naasten om te zien, zoals de buren in onze straat en de inwoners van ons dorp. Laten we niet vergeten: Het kunnen soms heel kleine dingen zijn die voor anderen grote betekenis kunnen hebben. Ook onze persoonlijke daden spreken!

Het is opvallend dat op plaatsen waar geen enkele ruimte is voor Gods Woord, mensen zich toch afvragen waarom christenen vaak belangeloos hulp bieden. Juist door die belangeloosheid, die zo eigen is aan diaconale hulp, kan er een vragen naar Gods Woord ontstaan. En het spreekwoord is nog altijd waar: Leringen wekken, maar voorbeelden trekken.

Diaken A. van der Spek, Nieuw-Beijerland
Deputaat Bijzondere Noden

Vergelijkbare verhalen

  • Verhalen

    Gaven besteden via de kerkelijke weg

    Een meisje zong uit volle borst. Haar levenslied! Ik dacht: konden ze dit in Nederland maar zien! Lees deel 4 van de artikelenserie 'Diaconaat'.

    Lees verder
  • Verhalen

    Van wie ben ik de naaste?

    De vraag is niet: Wie is mijn naaste? Dat is passief. De Heere Jezus draaide het om! Lees deel 1 van de artikelenserie 'Diaconaat'.

    Lees verder
  • Verhalen

    Adres en Afzender

    Een oude medebroeder zei eens: "Het diaconaat heeft altijd een adres en een Afzender." Lees deel 2 van de artikelenserie 'Diaconaat' in de Saambinder.

    Lees verder