Bijzondere Noden
Doneer ook!

Dankbaar in Roemenië

Dankbaar in Roemenië

“We zijn blij en dankbaar hoe God de harten opent van mensen om voor ons te zorgen”, getuigt de Oekraïense Irina. Ze vluchtte met haar man en negen kinderen naar Roemenië en is daar door onze partners opgevangen. Lees hier haar verhaal over haar jeugd, huwelijk en vlucht.

Jeugd
Mijn moeder groeide op in een christelijk gezin. Toen ze 16 jaar oud was, besloot ze haar familie te verlaten, ver weg te trekken en zonder God verder te leven. Mijn vader heb ik nooit gekend en mijn moeder wil niet over hem spreken. Toen ik zeven jaar oud was, kwam een man in ons gezin die ik met vader aan moest spreken. Hij is echter nooit een vader voor mij geweest. Ik was ontzettend bang voor hem. Af en toe mocht ik mijn moeders familie en mijn grootouders bezoeken. Zij waren christenen. Bij hen zag ik hoe anders het kan zijn binnen een familie: het was overduidelijk dat ze heel veel van elkaar hielden. Mijn grootmoeder bad vaak voor me en vertelde me over God. Ik genoot ervan om naar haar te luisteren en als ik dan eenmaal weer thuis was, voelde ik heimwee.

Toen ik 12 jaar oud was, realiseerde ik me dat ik zo niet verder wilde leven. Ik was bang voor een relatie met een onchristelijke jongen. Ik wilde de fouten van mijn moeder niet herhalen. Daarom zeurde ik aan haar hoofd om me de weg te wijzen naar de kerk. Vanaf dat moment ging ik regelmatig naar de kerk. Ik vond het bijzonder om de goede relatie tussen de kerkleden te zien. Het viel me op dat jonge mannen respectvol met jonge vrouwen omgingen. Ik had op dat moment nog veel ongelovige vrienden, die heel ander gedrag vertoonden. Sinds dat moment bleef ik naar de kerk gaan. Op mijn 13e sloot ik mij bij de kerk aan en op mijn 16e ben ik gedoopt.

Bij mijn christelijke familie zag ik hoe anders het kan zijn binnen een familie: het was overduidelijk dat ze heel veel van elkaar hielden.

Huwelijk

Toen ik ouder werd, begon mijn stiefvader mij seksueel te intimideren. Mijn moeder negeerde dit gedrag. Ik was erg bang en bad God om een christelijke partner. Dit gebed werd verhoord: Roman toonde interesse in mij en vroeg me zijn vrouw te worden. Op mijn 17e ben ik met hem getrouwd. Het eerste wat hij vroeg was: “Vind je het goed als we een groot gezin krijgen?” Ik had gezien hoe bijzonder grote families zijn in mijn moeders ouderlijk huis en was dankbaar voor deze vraag. We wensten dat we zeven kinderen zouden krijgen, maar God besloot ons er meer te geven. We hebben nu acht dochters en een zoon. Ik houd van mijn familie en ben God dankbaar dat ik de eer kreeg om zoveel kinderen op te voeden.

Vlucht
Onze voorganger stelde voor om Oekraïne te verlaten met ons grote gezin, maar dat wilde ik niet. Toen er voedselgebrek kwam, bakten mijn dochters en ik thuis brood en deelden dit uit aan mensen die geen eten meer hadden.

Ik heb God gevraagd of we het land moeten verlaten. Ik bad dat ik Gods wil hierover zou begrijpen. Op een dag werden twee raketten afgevuurd over ons huis. Toen begreep ik dat we beter konden vertrekken. Een broeder uit de kerk zorgde voor ons en liet zijn bus vol brandstof voor ons achter. Terwijl wij ons vertrek voorbereidden, reed iemand anders weg met de bus, terwijl hij wist dat deze bus voor ons gezin bestemd was. Ik vond dit erg moeilijk te begrijpen: was dit een teken dat we niet mochten vertrekken? Maar de Heere voorzag: we konden met een andere bus vertrekken. De bus was erg vol, dus we konden ieder alleen een rugzak meenemen. Tot mijn grote verrassing kreeg de familie die ‘onze’ bus mee had genomen pech. Een gedeelte van dit gezin werd in onze bus opgenomen. Toen ik nog in Oekraïne was, vroeg ik God waar we heen moesten gaan. Een Amerikaanse vrouw hielp ons met de verhuizing. Terwijl we reden, werd ons verteld dat we de bus bij de grens moesten verlaten, waar een witte bus ons naar Oradea in Roemenië zou vervoeren. Verder wisten we niets.

De Heere voorzag: we konden met een ander bus vertrekken.

Toevertrouwd aan Gods handen
Voordat we ons huis hadden verlaten, zijn we, met onze jassen en schoenen aan, in een kring neergeknield en hebben God gebeden met tranen in onze ogen: “We vertrouwen ons gezin, Heere, aan U toe. We weten niet waar U ons brengt, maar we weten dat U ons niet verlaat en dat u ons beschermt.” Het was moeilijk, ieder van ons moest huilen, omdat we wisten dat we niet terug konden keren naar huis.

De dag voor vertrek was ik bang voor een miskraam. Ik was bang zo’n lange tocht te ondernemen, omdat ik al twee kinderen ben verloren, waarvan één nog maar vier maanden geleden. Ook deze twijfeling bracht ik bij God. Ik heb de Heere de hele nacht voor vertrek gebeden en kreeg toen rust in mijn hart. Ik begreep dat we mochten vertrekken.

Voordat we ons huis hadden verlaten, zijn we, met onze jassen en schoenen aan, in een kring neergeknield en hebben God gebeden met tranen in onze ogen.

Aangekomen in Roemenië
We zijn in Oradea aangekomen en bij een kerk gebracht. We ontvingen voedsel en bleven tien dagen in Tinca. Daarna zijn we doorgereisd naar Ineu. Als vluchteling leven we in een soort kamp. Het is niet gemakkelijk, maar we zijn blij en dankbaar hoe God de harten opent van mensen om voor ons te zorgen. De Heere heeft ons geleid in deze moeilijke weg en we danken God dat we leven, dat we warm en gezond zijn. We hoeven geen honger te lijden en onze dochter zal spoedig geboren worden. Elke keer als iemand onze familie helpt, dank ik God voor Zijn zorg.

Vergelijkbare verhalen

  • Verhalen

    “Waar zijn de negen?”

    "We doen ons werk niet om er dankbaarheid voor te ontvangen." Frank van der Maas, projectleider bij CBR Effata, deelt zijn ervaringen met ons.

    Lees verder
  • Verhalen

    Noodhulp via BN, hoe gaat dat in zijn werk?

    Noodhulp bij Bijzondere Noden, hoe gaat dat in zijn werk?

    Lees verder