Sevim Uğurlu woont met haar man en vijf kinderen in Samandağ. Ze hadden een eigen winkeltje en een goed leven. Onverwachts viel dat leven in duigen door de hevige aardbeving. De hele familie Uğurlu overleefde de ramp, maar hun toekomst lag volledig in puin. Na de aardbeving sliepen ze de eerste twee weken in de auto. Nu in een tent. Hoewel de ramp al ruim een jaar geleden was. De omstandigheden van vocht en ongedierte zorgen voor ziekten.
Sevim zou zo graag terug willen naar de oude tijd van vóór de aardbeving. Hoop daarop heeft ze niet meer voor zichzelf. Daarentegen is haar enige hoop gevestigd op de vijf kinderen… die zijn belangrijk! Daarom wil ze graag dat zij naar school kunnen. Omdat de steun vanuit de overheid ontoereikend is, hebben Sevim en haar man een lening afgesloten. Dit geld hebben ze geïnvesteerd in een groentetuintje, enkele kippen en een nieuw klein winkeltje. Het grootste deel van de opbrengst gaat naar de kinderen. Maar de opbrengsten vallen tegen, want het leven in Samandağ is niet meer zoals voorheen.
Sevim vindt het erg moeilijk om te denken over God, omdat ze Zijn hulp niet ervaart. Toch heeft ze wonderen ervaren. Eén ervan: in de nacht van de aardbeving, moest de familie op blote voeten het huis uitvluchten, dwars door alle glasscherven. Sevim ervoer het als een wonder dat niemand gewond raakte. Geen schrammetje. En zo waren er wel meer wonderen. Toch is het heel moeilijk om hoop voor de toekomst te hebben. Haar leven bestaat enkel uit overleven. Terwijl de aardbeving al ruim een jaar geleden was.
“Ik wil jullie bedanken voor de hulp vanuit Nederland. Onze mensen leven nog steeds in zware omstandigheden, maar we zijn erg blij dat we leden van dezelfde Kerk zijn. Ook ben ik dankbaar om samen te werken met Bijzondere Noden en voor de hartelijke betrokkenheid. Mochten jullie ooit hulp nodig hebben, dan ben ik bereid om dat te geven als medechristen van dezelfde wereldwijde kerk. Hartelijk bedankt voor alles!”
Het zijn de woorden van Metin Demirel. Hij is onze contactpersoon die vanuit Izmir hulp biedt in het aardbevingsgebied in Turkije.
Ooit was Metin moslim. Maar toen zijn zus door de Bijbel God leerde kennen, ging zij voor haar broer bidden. Metin zat ondertussen in een moeilijke situatie: zijn vrouw verliet hem en hij werd depressief. Op een dag ontdekte hij een Bijbel in zijn tas. In de nood van zijn leven leerde Metin behalve bidden ook Bijbellezen. Hij kwam in contact met christenen en werd gedoopt. De kerk is voor hem zijn familie. Niet alleen zondags, maar ook doordeweeks ontmoeten de gemeenteleden elkaar.
Toen de aardbeving kwam, gingen de gemeenteleden gelijk naar het rampgebied om hulp te verlenen. Metin werd als coördinator verantwoordelijk voor de inkoop van goederen, transport, rapportage, enzovoorts.
In het aardbevingsgebied Hatay zijn de noden nog steeds hoog. Veel mensen wonen in tenten of containerwoningen en hebben minder inkomen of geen werk. Ouders willen hun kinderen toekomst bieden, maar hebben moeite om het hoofd boven water te houden. De overheidssteun is beperkt en daarom ervaren de aardbevingsslachtoffers de noodhulp als een grote zegen.