“We zaten allemaal op één motorfiets en hadden geen tijd om spullen te verzamelen. Terwijl de bommen om ons heen neerkwamen, vluchtten we uit ons dorp. Onze prioriteit was overleven, we moesten alles achterlaten.”

Aan het woord is Daw Htay Lwin. Deze hoogzwangere vrouw vluchtte met haar man en drie kinderen uit hun dorp vanwege de bombardementen. Daw kon niet snel rennen en hield de rest van het gezin op. Haar man weigerde haar achter te laten en redde het gezin door hen op een motorfiets te vervoeren. Het gezin vond een tijdelijke schuilplaats elders in het land. Daar werd een week later hun kindje geboren. Inmiddels verblijft het gezin een maand op deze schuilplaats zonder zekerheid over de toekomst.

Burgeroorlog
In Myanmar brak in 2021 een burgeroorlog uit toen het leger de macht greep en de democratisch gekozen presidente afzette. Daarop stonden in het hele land verzetsstrijders op. Op dit moment heeft het leger alleen in de hoofdstad nog de macht in handen. In de rest van het land is een bloedige strijd gaande. Het leger bombardeert de binnenlanden, waar ze vanwege de dichte begroeiing geen voet aan land krijgen. De Myanmarese bevolking zit ingesloten tussen strijdende troepen.

Sinds november is dit conflict verhevigd. Inwoners hebben geen mogelijkheid meer om hun velden te oogsten, waardoor er hongersnood is uitgebroken. Er is rouw, angst en paniek onder de bevolking. Bovendien worden de tekorten aan voedsel, drinkwater, onderdak en kleding steeds nijpender.

Via een lokale partner verleent Bijzondere Noden noodhulp in het noordwesten van Myanmar. We richten ons op eerste noodhulp (voedselhulp en distributie van eerste levensbehoeften), maar helpen ook op de lange termijn om het leven weer op te bouwen.

Donkerste dag
Lwin kijkt verdrietig terug op de vlucht: “Dit is onze donkerste dag geweest. We hebben alles achtergelaten met alleen de kleren die we aan hadden. We eten slechts één maaltijd per dag om voedsel te sparen voor mijn kinderen. We kunnen onze eigen honger verdragen, maar niet de honger van onze kinderen. Er is niemand anders die kan helpen. Zelfs als we naar ons dorp zouden terugkeren, zouden we geen huis meer hebben omdat alles is platgebombardeerd.”

 

Daw Khin Kywal
Ook ouderen moesten vluchten. Zo spreken we de 77-jarige Daw Khin Kywal. Ze zag de dorpelingen voor haar ogen sterven. “Als wij met z’n tweeën waren geweest, mijn man en ik, hadden we er misschien voor gekozen om in ons huis te blijven en de dood af te wachten. Maar omdat we zorgen voor onze kleindochter besloten we te vluchten. Door de bombardementen hebben we geen huis en geen bezittingen meer. Ons vredige bestaan ​​verdween binnen een paar uur.” Kywal vertelt over haar kinderen: ze sturen ons wat geld, maar als dagloners komen ze nauwelijks rond. We hadden genoeg rijst opgeslagen voor een jaar, maar nu zijn we alles verloren aan de vlammen.