“Het heeft me nog meer inzicht gegeven in de problematiek daar. Het is wel heel confronterend om te zien en te horen dat juist de oorlog in Oekraïne voor deze mensen zo schrijnend is! Daar gaat nu bijna alle hulp naartoe terwijl ook in Irak nog zo hard hulp nodig is. Toen IS binnenviel leefde ik mee en bad mee, maar o wee als er weer iets anders in het nieuws komt, dan zijn we het ‘oude’ maar zo weer vergeten… “
Het zet me stil. Stemt me tot nadenken over diepe levensvragen. Dingen die hier in mijn leventje vanzelfsprekend lijken, zíjn dat allerminst. Het leert me opnieuw zegeningen te zien en te tellen. Het ontbreekt mij aan niets. Het maakt me stil dat ik deze mensen mocht ontmoeten. Dat even onze levenswegen elkaar kruisten.
Jonge en oude vrouwen en mannen die in de rij staan, wachtend tot ze op hun beurt een gevulde tas in ontvangst kunnen nemen. Achter de hekken in een lange rij. Mannen, vrouwen en kinderen. Als je een beetje de achtergrond weet van het hoe en waarom van hun vlucht en je ziet ze daar staan, één voor één… Dan huilt mijn hart als ik probeer een heel klein beetje mee te voelen met het trauma dat ze meedragen. Wat ik nooit zal vergeten zijn de ogen van twee kleine meisjes, bescheiden achter in de rij: verwachtingsvol, rustig wachtend op hun beurt. Er waren helaas nét twee tasjes te weinig. De teleurstelling in hun ogen…
Het mooiste wat ik heb gezien is de tevredenheid van de Jezidi’s. Een klein voorbeeld: we kwamen in dit kamp en hadden voor de kinderen allemaal een rugzakje met wat speelgoed erin. Helaas waren er drie rugzakjes te weinig. Ik zag twee meisjes, de ene had wel een rugzak de ander niet, maar degene met rugzakje trok het meisje zonder rugzakje met zich mee en samen gingen ze de inhoud bekijken. Dat trof me echt.
Dat de arme christengemeenten iedere vluchteling opvangen, ook al zijn ze van een andere religie. Dat ze zeggen: op deze manier kunnen we de liefde van Jezus laten zien.
De nood van de twee jonge jongens die vertellen dat ze thuis onveilig zijn omdat ze niet langer moslim maar christen geworden zijn. 16 jaar. Trouw komen ze elke woensdag naar de Bijbelstudie en zondags naar de kerkdiensten. “Eerst was het donker, nu licht”. Zo treffend verwoord. Zo herkenbaar ook. Het raakt me. Verwondering. De Heere gaat door met Zijn werk, ook in Erbil! Of we voor hen mogen bidden? Samen bidden de jongens eerst het ‘Onze Vader’. Ontroerend. Samen sluiten we onze ogen en brengen we hun zorg en nood bij de Heere. Híj ziet en hoort hen, ook als wij hen weer verlaten.
Het bevestigt mij nog meer in mijn mening dat we veel meer ter plaatse hulp moeten bieden en de lokale bevolking ter plekke moeten inzetten.
Ik weet dat ik na verloop van tijd weer in het ritme van de dagelijkse sleur kom. Ook dat de indrukken vervagen en naar de achtergrond verdwijnen. Om dat te voorkomen neem ik me voor om een aantal foto’s van ontmoetingen te printen en op een zichtbare plek te hangen. Om dagelijks hun nood onder ogen te zien en niet te vergeten. Vooral om hen dagelijks concreet in gebed bij de Heere te brengen.
Wij als kerken zouden ons meer moeten bezinnen. Wat vraagt God van ons? Wat is onze verantwoordelijkheid voor alles wat wij uit Zijn hand ontvangen?